De vreedzame school
Wat is de Vreedzame School?
De Vreedzame School is meer dan een serie lessen en wil:
-
Leerlingen leren op een andere manier met conflicten om te gaan;
-
Leerlingen meer verantwoordelijk maken, een stem geven, op eigen benen zetten;
-
Een positieve omgang met elkaar.
-
De klas en school tot een democratische gemeenschap maken, waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt.
Blok 1. Onze klas.
De Vreedzame School gaat niet alleen over het oplossen van conflicten, maar ook over de school als leefgemeenschap.
In dit blok leggen we de basis voor het ontwikkelen van gemeenschapsgevoel. Maar er is ook veel aandacht voor het op een positieve manier omgaan met elkaar, en voor het nemen van eigen verantwoordelijkheden.
-
Les 1.
Elkaar beter leren kennen, we creëren een sfeer in de klas waarin iedereen zich voelt opgenomen en gewaardeerd. -
Les 2.
Wat is goed en wat is slecht luisteren, en de leerlingen worden zich bewust van het effect van goed luisteren. -
Les 3.
In deze les kijken we naar wat 'afbrekers' (onaardige, negatieve opmerkingen over iemand) doen met iemand. Het cruciale begrip 'opsteker' (een compliment, een aardige, positieve opmerking over iemand) wordt geïntroduceerd, en vanaf dat moment veel in en met de klas geoefend. Zo werken we aan een positief sociaal klimaat, waarin het gewoon is om te benoemen wat we waarderen aan elkaar. -
Les 4.
Deze les laat de leerlingen ervaren dat er gepraat kan worden over verschillen van mening tussen mensen en dat dit niet hoeft te betekenen dat je elkaar niet meer aardig vindt.
En dat het op prijs gesteld wordt dat je een eigen mening hebt, en daar voor uit durft te komen. -
Les 5.
Hier maken de leerlingen zelf omgangsafspraken voor in de klas, nadat ze eerst hebben aangegeven hoe ze willen dat de rest van het jaar hun klas er uit ziet, als het gaat om de sfeer en de omgang met elkaar. -
Les 6 (eventueel les 6a en les 6b).
In deze les(sen) bespreken de leerlingen wat ze allemaal zelf zouden kunnen doen in de klas. Welke verantwoordelijkheden of taken kunnen de leerlingen zelf, en willen ze vanaf nu ook zelf gaan doen?2. Conflicten zelf oplossen.
Conflicten zijn een deel van ons leven. We ervaren allemaal conflicten in elk aspect van ons dagelijks leven: thuis, op school, op het werk, op straat, in onszelf. Een conflict kan gedefinieerd worden als een strijd tussen tegengestelde belangen, als een onenigheid, een meningsverschil. Op zich is een conflict neutraal: er is een verschil van mening of van belangen. Ruzie is eigenlijk al een negatieve uitwerking daarvan.
Een conflict is niet slecht op zich. Conflicten aangaan in plaats van vermijden kan leiden tot groei, ontplooiing en karaktervorming.
Ondanks het feit dat conflicten een onvervreemdbaar onderdeel van het leven van elke leerling zijn, hebben ze er meestal een beperkt begrip van. Veel basisschoolleerlingen kennen het woord niet eens. Degenen die het woord wel kennen zijn geneigd om het negatief te interpreteren en onderscheiden conflicten niet wezenlijk van geweld.
Leerlingen zouden beter met conflicten om moeten kunnen gaan: op een constructieve manier in plaats van op een destructieve manier. Als ze dat kunnen, voorkomen we in de klas, in school, op straat en later misschien in de samenleving veel geweld.
-
Les 7.
Conflict is...
Het begrip 'conflict' wordt samen opgebouwd en invulling gegeven. De Leerlingen leren het onderscheid tussen conflict, ruzie en geweld. -
Les 8.
Win-Win oplossingen.
Leerlingen leren wat een win-win-oplossing s en oefen in het bedenken van win-win oplossingen voor conflictsituaties. -
Les 9.
Hoe reageer ik op een conflict?
Leerlingen bewust maken van hoe zij reageren op een conflict, en op welke manieren je kunt reageren. -
Les 10.
Oefenen met de drie petjes.
Leerlingen oefenen de verschillende manieren van reageren op een conflict (hard, zacht of stevig). -
Les 11.
Opstekers geven.
Leerlingen oefenen nogmaals het geven van opstekers (beïnvloeden van het klimaat in de klas). -
Les 12.
Stappenplan Conflicten Oplossen.
de leerlingen leren een eerste (simpel) stappenplan om conflicten zelf op te lossen.
Blok 3. Communicatie.
In dit blok wordt het onderdeel communicatie behandeld of, zoals het in de groepen 1 en 2 heet: praten en luisteren. Een belangrijk onderdeel omdat, naast het uitwisselen van meningen (ook al in het vorige blok aan de orde geweest), ook het leren ‘luisteren met de oren en de ogen’ aan de orde gaat komen, de non-verbale communicatie. Belangrijk omdat we dan in het hierna komende blok, gevoelens, gebruik kunnen maken van deze vaardigheden.
Voor de groepen 1 en 2 maken we de kinderen bewust van het belang van goed luisteren én van goed praten: zeggen wat je vindt of voelt en dat zeggen op een goede manier zó dat de ander begrijpt wat je bedoelt.
De eerste van de drie lessen ging over ‘nog beter luisteren’, over de functie van vragen stellen. Kinderen ervaren dat het prettig is als iemand goed naar je luistert: je aankijkt en vragen stelt. De tweede les behandelde het thema: ‘hoe vraag je iets aardig?’. Kinderen leerden vaardigheden die horen bij het samen delen. En ze leerden hoe je iets op een aardige manier vraagt. De derde en laatste les heet ‘gebarentaal’. Kijken en luisteren naar elkaar en je afvragen wat de ander nu eigenlijk bedoelt. Ontdekken wat je zelf het liefste wilt, tegen iemand ‘nee’ zeggen als hij of zij iets vervelends zegt. Spannend, maar een noodzakelijke voorwaarde om op elkaar betrokken te blijven.
De groepen 3 t/m 8 hebben een zestal lessen gehad. De eerste les ging over de basisprincipes van het communicatieproces. Het werken met het verzenden en ontvangen van boodschappen. De leerlingen hebben kunnen ervaren hoe belangrijk het is goed te kijken naar de zender om een goede interpretatie te kunnen geven van de bedoelingen. In les twee bespraken we met de kinderen hoe communicatie kan mislopen door een misverstand. In de derde les kwam het begrip ‘gezichtspunt’ aan de orde. De kinderen leerden (in)zien dat het hebben van een ander gezichtspunt niet persé een ‘ongelijk’ inhoudt! Les vier legde opnieuw de nadruk op de luistervaardigheid. Actief luisteren, parafraseren, samenvatten, vragen stellen en gevoelens spiegelen kwamen aan de orde en werden geoefend. Leuk om thuis ook eens te proberen? Les vijf verdiepte dit thema nog eens en leerde de kinderen niet alleen ook de gevoelens te benoemen maar ook om neutraal te reageren op heftige emoties. Les zes tenslotte koppelde de geleerde vaardigheden aan het stappenschema ‘oplossen van conflicten’ uit het vorige blok.
Voor u als ouders een ‘leuke uitdaging’. Oefen samen eens het goed luisteren, bijvoorbeeld bij het nabespreken van het jeugdjournaal! Luister ik wel goed? Of luister ik eigenlijk meer naar mezelf dan naar de ander, mijn kind, partner? Kan ik de ondertoon in de boodschap oppakken en benoemen? Kan ik parafraseren (kort samenvatten)? Hoe snel word ik emotioneel als een ander heftig reageert? Allemaal vragen, ook ‘gewoon vragen’ om eens met uw kind te bespreken vanuit de vraag: wat is het leerproces van mijn kind.
De leerkrachten geven u graag het stappenschema conflicten oplossen mee als u daar om vraagt.
Als u vragen hebt, stel ze rustig op school aan meester Toon Schellens, coördinator Vreedzame School.
Blok 4: Gevoelens.
In elk conflict lopen de emoties hoog op.
Het herkennen van je eigen emoties en het erover kunnen vertellen aan een ander is een belangrijke vaardigheid in het oplossen van conflicten, net zo als het erkennen en respecteren van de gevoelens van een ander.
In dit blok gaan de kinderen hun vaardigheid om gevoelens te benoemen en te beschrijven en het zich in anderen te verplaatsen (inleven) verbeteren. Dit doen ze onder andere door te praten over ervaringen en gevoelens.
De emotie boosheid krijgt speciale aandacht, omdat boosheid vaak leidt tot agressie en dat leidt tot conflicten die met geweld worden opgelost.
In dit blok komen de volgende lessen aan bod:
- Herkennen en benoemen van gevoelens
- Gevoelens overbrengen
- Omgaan met boosheid
- Afkoelen en een time-outhoek
- Assertiviteit
- Oefenen van vaardigheden om conflicten op te lossen.
Voor de ouders is het zeer de moeite waard om uw kind te bevragen naar hetgeen ze die dag gedaan hebben tijdens de Vreedzame School.
Vraag er ook naar bij de leerkracht van uw kind, hij of zij zal u hierover graag informatie geven.Blok 5, Mediatie.
In het vorige blok zijn aan de orde gekomen de lessen rondom het thema: gevoelens en voor de midden- en de bovenbouw: gevoelens en omgaan met conflicten.
In ons vijfde blok gaan we aan het werk rondom het goed oplossen van conflicten ofwel: mediatie voor de midden en de bovenbouw en ruzies oplossen voor de onderbouw.
Mediatie en de Vreedzame School:
Een belangrijk onderdeel van De Vreedzame School is mediatie door leeftijdgenoten (in het Engels: peer mediation).
Mediatie bestaat in Amerika al lang als een professie en is de laatste jaren ook in Nederland in opmars. Peer mediation is een vorm van mediatie waarin de bemiddeling niet door professionele krachten wordt gedaan, maar door mensen uit de eigen groep. Bij peer mediation op scholen bemiddelen leerlingen bij elkaars conflicten. Het is een van de meest concrete uitwerkingen van het principe dat kinderen zelf verantwoordelijkheid hebben voor het klimaat op school.
In het tweede jaar van de invoering van De Vreedzame School is een aantal leerlingen getraind als mediator. Alle leerlingen van de school hebben dan de lessen van blok 5: Mediatie gehad. Iedereen weet dus al min of meer wat mediatie inhoudt. De leerlingmediatoren komen uit groep 7 en 8.
Eenmaal opgeleid is er elke dag in een school een tweetal mediatoren die ‘dienst hebben’. Tijdens de pauzes lopen zij rond (meestal in een gekleurd hes of jack) en letten op of ze ergens kunnen helpen bij een ruzie of conflict. Gedurende de hele dag zijn ze tijdens de pauzes aanspreekbaar voor het helpen oplossen van conflicten. Leerkrachten kunnen dan tijdens de pauzes ruziënde leerlingen doorsturen naar de mediatoren. Iedere mediator heeft een leerkracht als coach. De leerkracht blijft eindveranwoordelijk. Tijdens de pauzes zijn er ook altijd twee leekrachten aanwezig als pleinwacht.
Onderbouw:
De Onderbouw begint met de les ‘afpakkerd’ of ‘Pienemien is boos’, een les over boosheid. Omdat kleuters vaak nog niet de 'taal' hebben om ruzies op te lossen, lopen meningsverschillen al snel uit de hand tot echte ruzies met huilpartijen en alles wat daar bij hoort. In deze les wordt vooral geprobeerd de taal een belangrijke rol te geven, waardoor kinderen ervaren dat ze zelf invloed hebben op deze gevoelens. We oefenen met herkenbare situaties.
De tweede les heet ‘eind goed, al goed” en gaat over ‘weer goed maken’. Kernzin in deze les is: ‘hoe maak jij het nu weer goed?’. We oefenen heel bewust met de kinderen in het zoeken naar oplossingen voor verschillen van mening, delen van materiaal, etc.
De derde en laatste les voor deze groepen is: ‘helpen bij een ruzie’. Deze les gaat over het helpen van anderen bij het oplossen van een conflict. Vanaf groep 3 wordt dit binnen de Vreedzame School systematisch geoefend. Wij willen met deze les, de kleuters ook al met deze vaardigheid laten oefenen.
Midden- en bovenbouw:
In de Midden- en de Bovenbouw gaan we verder in op de lessen uit het vorige blok. Doel is, dat alle kinderen precies weten hoe mediatie verloopt, alle stappen kennen. Immers: als ze straks een keer in een conflict verzeild raken en samen met een mediator een oplossing gaan zoeken, moeten ze weten dat die mediator zich strikt aan het schema houdt wat er voor staat!
Zo leren de kinderen in de eerste les wat mediatie is en wat een mediator doet.
In les twee formuleren de leerlingen de kwaliteiten waaraan een goede mediator moet voldoen en oefenen ze de eerste 9 stappen van de mediatie.
Logischerwijze volgen dan de resterende stappen 10 tot en met 16 in les 3.
Iets nieuws in les vier: BRAINSTORMEN. De kinderen leren wat dat is en hoe ze die techniek in een klassenvergadering kunnen gebruiken.
In les vijf sluiten we aan bij een van de eerste lessen, waarbij de kinderen samen met de leerkracht hebben nagedacht over taken en hoe die te verdelen zijn (samen verantwoordelijk zijn voor onze klas). Nu gaan we na welke taken er nog meer zijn die door de leerlingen kunnen worden vervuld. De kinderen hebben beter zicht op de lusten en de lasten en de leerkrachten hebben meer zicht op de manier waarop kinderen dit ook kunnen.
We sluiten het blok af met nadenken over ‘anderen helpen’. Hoe zouden wij, als individueel kind, als klas, als school, iets kunnen betekenen voor anderen.
